In de zomer van '58, het jaar waarin Zweden bijna het wereldkampioenschap voetbal won boven Brazilië, accepteert Yngve Johansson twee kinderen om tijdens de zomer bij hem te wonen, verteld door de ogen van een jonge jongen. Zijn naam is Mårten, en de naam van het andere kind is Annika. Ze is een ruig meisje, met veel problemen. De drie kunnen niet met elkaar overweg, en Yngve is in de ogen van de kinderen een echte dictator. Wanneer de kinderen echter ontdekken dat hun nieuwe voogd verliefd is op hun lerares (Cecilia Nilsson), doen ze wat ze kunnen om de twee bij elkaar te brengen. Al snel zullen de drie ontdekken dat ze veel meer gemeen hebben dan ze eerder hadden gedacht, en samen kunnen ze hun leven weer de moeite waard maken.