Twee oplichters, die zich voordoen als goudzoekers, verkopen Fred en Barney een nepmijn. Wilma en Betty ontdekken dit en laten de oplichters de mijn terugkopen, maar Fred en Barney, overtuigd van de waarde ervan, willen deze niet verkopen. Alleen dreigementen van de oplichters overtuigen hen ervan om toch hun geld terug te nemen en naar huis te gaan.